De kastanjebomen vormen een grens langs de kloven van de Arnette. Deze vruchtdragende bomen staan verspreid tussen 250 en 500 meter. De geograaf André DAVID verklaarde in zijn werk over de Montagne Noire: “Mazamet lijkt dus het centrum van een bevoorrecht kastanje bos te zijn”.
Toen de mens bronnen vond en waterpoelen creëerde bleek dit gunstig te zijn voor kikkers, en salamanders. De gevlekte salamander houdt van een koele, vochtige omgeving. De waterpoelen dienen als broedplaatsen. Daarna worden de salamanders weer bosbewoners.
Herten en everzwijnen frequenteren deze biotopen op zoek naar kastanjes en eikels. Zij laten hun pootafdrukken en loopjes achter (doorgang gemarkeerd op de grond door herhaling).
In de zomer, wanneer u zich in zijn leefgebied bevindt, zal de bok (mannetjes ree) u een hese blaf laten horen, zijn kenmerkende territorium gedrag.