Wandeling in het hart van de Montagne Noir
Labrespy
- Paaltje 6
Het dorp Labrespy ontwikkelde zich in de middeleeuwen rond een versterkt huis dat uitkeek over een kleine pas, tussen de Arnette-vallei in het oosten en de Linoubre-vallei in het westen, waar meerdere wegen samenkwamen. De naam is afgeleid van de meidoorns die werden geplant rond de weiden en velden als omheining en soms ook rond verspreide woongebieden om ze te beschermen. Het belangrijkste pad werd “Chemin du Sel (de zoutweg)” genoemd omdat karavanen van ezels dit kostbare goed door de Montagne Noire vervoerden van de zoutziederij van de abdij van Caunes Minervois in het zuiden via Hautpoul naar de regio van Albi in het noorden. Labrespy domineert de kleine Linoubre-vallei waarvan het water de molens deed draaien. Op de natte velden van de oevers werd vlas verbouwd. Het vlas en de wol van de schapen die op de heidevelden van de hoge plateaus werden gehouden, werden vervolgens geweven door de inwoners van Labrespy en de omliggende plaatsen. In de 16e eeuw waren er ongeveer vijftien huizen en een kleine boerderij. Begin 20e eeuw verving de wolindustrie de molens. Er waren toen verschillende ambachtslieden in het dorp, een café, een wijn- en kolenhandelaar, een bakker en een kruidenierswinkel. Tegenwoordig zijn Labrespy en de omliggende plaatsen een wijk aan de rand van Mazamet geworden.